Het einde van het jaar nadert. De contouren van de verschillende wijzigingen in de belastingwetgeving vanaf 1 januari 2014 worden duidelijker. Eén van deze maatregelen betreft het afschaffen van de zogenaamde stamrechtvrijstelling, die gebruikt wordt om belastingheffing over ontslagvergoedingen uit te stellen.
<h3>Hoofdregel</h3>
Vanaf 1 januari 2014 vervalt de stamrechtvrijstelling en worden ontslagvergoedingen progressief belast op het moment van uitkeren. De belastingheffing kan niet meer worden uitgesteld door de ontvangen vergoeding te storten bij een stamrecht-BV, verzekeraar of bank.
<h3>Overgangsregeling en 80%-regeling</h3>
Voor de bestaande stamrecht-BV’s, stamrechtverzekeringen of -spaarrekeningen vervalt de vrijstelling niet. De regels worden zelfs iets versoepeld. Vanaf 1 januari 2014 hoeven bestaande stamrechten niet meer te worden gebruikt voor periodieke uitkeringen, maar mag het stamrecht ineens worden uitgekeerd.
Daarnaast komt er een nieuwe fiscale faciliteit als het bestaande stamrecht in 2014 volledig wordt opgenomen. Slechts 80% van de waarde wordt belast, 20% kan belastingvrij worden genoten. Met deze stimuleringsmaatregeling hoopt het kabinet dat een gedeelte van het stamrechtkapitaal wordt vrijgeboekt. Naast de extra belastingopbrengsten, kan dit kapitaal worden gebruikt voor consumptie, afbetaling van schulden of het opbouwen van buffers.
<h3>Revisierente</h3>
Vanaf 1 januari 2014 wordt geen revisierente meer in rekening gebracht als een stamrecht wordt afgekocht. Daarnaast is in de belastingplannen opgenomen dat ook geen revisierente meer in rekening wordt gebracht bij andere vormen van onregelmatige afwikkeling, zoals bijvoorbeeld het verpanden of belenen van het stamrecht.
<h3>Ontslagen in 2013 en voordelig afkopen in 2014?</h3>
Om misbruik van de 80%-regeling te voorkomen, heeft de regering in oktober als aanvullende voorwaarde gesteld dat de ontslaguitkering vóór 15 november 2013 moet zijn gestort op een stamrechtspaarrekening of -verzekering of zijn ingebracht in een stamrecht-BV. Alleen voor deze stamrechten kan in 2014 gebruik worden gemaakt van de 80%-regeling bij afkoop.
<h3>Ontslagen in 2014, maar toch de stamrechtvrijstelling?</h3>
De afschaffing van de stamrechtvrijstelling per 1 januari 2014 kan voor lopende reorganisaties, waarbij de definitieve ontslagdatum nog niet vaststaat, van grote invloed zijn.
Om onduidelijkheden voor de praktijk weg te nemen, heeft de staatssecretaris van Financiën ook aangegeven in welke gevallen nog gebruik kan worden gemaakt van de stamrechtvrijstelling als de ontslagdatum na 1 januari 2014 ligt:
<ul>
<li>Getekende stamrechtovereenkomst vóór 1 januari 2014, waarin de volgende gegevens moeten zijn opgenomen: – Toekennen aanspraak op periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon; – Uiterste ingangsdatum periodieke uitkeringen in het jaar waarin de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt; – Ontslagvergoeding wordt ondergebracht bij een wettelijke toegestane aanbieder.</li>
<li>Ontslag moet zijn toegezegd vóór 1 januari 2014 en de dienstbetrekking moet uiterlijk op 1 juli 2014 beëindigd worden, waarbij er een koppeling is met de wettelijke opzegtermijn en verlengingsmogelijkheid (dus als er een langere opzegtermijn in acht wordt genomen dan de wettelijke, inclusief verleningsmogelijkheid, is dat niet toegestaan).</li>
</ul>
<h3>Ontslag in 2014 en geen overgangsrecht, hoe nu verder?</h3>
Wanneer een werknemer in 2014 een ontslagvergoeding ontvangt, moet daarover direct tegen een progressief tarief belasting worden voldaan. Wellicht kan de werknemer door middeling een gedeelte van de ingehouden belasting terugontvangen of kan door een hogere jaarruimte meer lijfrentepremie worden gestort als aanvulling van de oudedagsvoorzieningen.
Het Belastingplan 2014 is inmiddels door de Tweede Kamer aangenomen. Binnenkort zal het belastingplan in de Eerste Kamer worden behandeld.